Directeur Geert Pruiksma van Museum Nienoord met het schilderij van de Friese kapitein, die voor Piet Hein werd aangezien. Foto: Peter Wassing
Een schilderij in het Rijksmuseum waarvan werd aangenomen dat het de legendarische zeeheld Piet Hein betrof, blijkt in werkelijkheid een portret van de Friese kapitein Jan Gerckes Hoptilla.
Dit blijkt uit recent onderzoek van het Nationaal Militair Museum dat meewerkte aan onderzoek voor de tentoonstelling Portretten van het Fries Regiment die in Museum Nienoord plaatsvond. Sinds de 19e eeuw hangen acht officiersportretten, die in de jaren dertig van de zeventiende eeuw werden gemaakt, in Nienoord. ,,Een of twee vochten tijdens het Groningens Ontzet tegen Bommen Berend’’, vertelt directeur Geert Pruiksma van Museum Nienoord.
Het schilderij in het Rijksmuseum waarvan werd aangenomen dat het een portret van de zeeheld Piet Hein was. Bron: Rijksmuseum
Piet Hein blijkt de Friese kapitein Jan Gerckes Hoptilla
,,Jonkvrouwe Elske van Panhuys, die al lang in de Verenigde Staten woont en inmiddels ruim de 90 is gepasseerd, schonk ze aan het museum, omdat ze hier sinds een eeuw of anderhalf hingen. Vroeger waren het er 9 maar de familie van Panhuys verkocht er eentje aan de familie van Oranje, die siert thans de interieurs van Paleis het Loo.’’
Maar de collectie was niet compleet, die raakte in de loop der tijd verspreid. Conservator Jeroen Punt van het Nationaal Militair Museum speurde ze op. ,,Ik deed samen met André Buwalda historisch onderzoek naar de Friese officier Schelte van Aysma. Daarna zijn we aan de slag gegaan met de Friese en Groningse officieren van het Staatse leger. Daarbij kwamen wij op het spoor van de portrettenreeks van de Friese officieren en hebben we ervoor gezorgd dat de portretten – 18 stuks - voor het eerst in 150 jaar weer samen te zien zijn in de expositie in Nienoord. Zo kwamen we bij een particulier die een schilderij bezit dat een kopie bleek van het portret dat in het Rijksmuseum hing. Alleen werd bij het Rijksmuseum aangenomen dat hierop Piet Hein (1577 – 1629) stond afgebeeld. Echter, uit de documentatie van de kopie blijkt dat het de Friese kapitein Jan Gerckes Hoptilla is.’’
Hij heeft de ontdekking ook met het Rijksmuseum gedeeld. ,,Maar ik heb nog niets vernomen.’’ Het Rijksmuseum kon er donderdag nog niet op reageren.
Friese kapitein was ervaren soldaat
Het bewuste portret is heel waarschijnlijk gemaakt door de Friese hofschilder Wybrand de Geest uit Leeuwarden. De Friese kapitein Hoptilla komt – aldus het Stamboek van den Frieschen Adel – waarschijnlijk uit het nog bestaande buurtschap Hoptille onder Hijlaard. Hij werd op 2 juli 1631 kapitein in het Friese Regiment. En dat deed hij met verve, zo blijkt uit een publicatie op de website van Frieseregimenten.nl. ‘Op 8 augustus 1632 speelde Hoptilla een beslissende rol bij het afslaan van een aanval van Spaanse troepen op een voorpost in Amby van het legerkamp van Prins Maurits in Limburg. Hiervan is een ooggetuige verslag gemaakt, vermeld in een in 2013 gepubliceerde kroniek van de Friese militair Poppo van Burmania.
‘Een pistoelschoet van ons quartier stonde een kleine kerck met een kerckhoff, Amij genaemt, aen het trenchement daer twee compagnijen de wacht in hadden, te weeten een Vries capitein Jan Gerkes Hoptille, daer de drie rigementen Italianen die de avangarde hadden dapper op aanvielen, sodat sij handt tegen handt vochten en de musquetten so ras niet konden laden, maer met de kolwen van de musquetten ende pijcken haer afslugen, tertijt dat sij securs kregen’.
Voorloper van het oudste legeronderdeel van de landmacht
Het Friese regiment is de voorganger van het huidige Regiment Infanterie Prins Johan Willem Friso en is daarmee het oudste legeronderdeel van de Koninklijke Landmacht. Het regiment is genoemd naar de Friese stadhouder en militair Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711). In de 17de eeuw bestond het regiment al. Omdat de Staten van Friesland geldschieter zijn, wordt van ‘Fries regiment’ gesproken. Dit omvat in 1631 27 compagnies van 150 man en een garde van 200. Bij een legerhervorming deelde stadhouder Ernst Casimir de eenheid op in twee regimenten.
Alle portretten hangen nu nog even samen in het museum totdat een deel terugkeert naar de oorspronkelijke eigenaar. Pruiksma: ,,Gelukkig hebben we reproducties laten maken die hier straks in de Ridderzaal komen te hangen. De collectie blijft dus compleet.’’