Ondanks een hoog verzuim houden bedrijven in het Noorden de boel draaiend. Foto: Jan Zeeman
Havens in het Noorden moeten beducht zijn op een toename van criminele activiteiten, als controles in de Rotterdamse haven nog verder aangescherpt worden.
Dat stelt hoofdofficier Diederik Greive van het parket Noord-Nederland, in een reactie op de jaarcijfers van het Openbaar Ministerie.
In die cijfers is veel aandacht voor drugscriminaliteit. Volgens Greive is door de hacks die opsporingsdiensten hebben uitgevoerd op versleutelde chatdiensten als Sky en EncroChat zoveel materiaal verzameld, dat de recherche elke dag met drugslabs en bijbehorende netwerken bezig zou kunnen. „Voorheen zochten we bewijs bij een zaak. Nu hebben we bewijzen en moeten we daar als het ware de zaak nog bij zoeken. Maar we moeten onze blik open houden voor andere vormen van ondermijning, zoals die kunnenontstaan in havens in het Noorden.”
De controle in de havens is nog redelijk gering, zo niet onder de maat, bleek eerder uit onderzoek van onder andere het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap. Politie en handhavingsorganisaties als douane en marechaussee hebben weinig zicht hebbenop georganiseerde misdaad op locaties aan zee.
‘Alle fruitcontainers uit Latijns-Amerika moeten worden gescand’
Maar als in Rotterdam voortaan alle koelcontainers met fruit uit Latijns-Amerika gescand, zoals burgemeester Ahmed Aboutaleb in februari zei samen met Antwerpse burgemeester Bart de Wever, ontstaan er meer risico’s voor het Noorden. Criminelen zouden sneller geneigd kunnen zijn om drugslijnen op te zetten via andere havens, zoals die in Noord-Nederland, denkt Greive. „We moeten daar beducht voor zijn.”
Eind vorig jaar liet toenmalig minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus weten dat er 24 miljoen euro beschikbaar komt voor betere bescherming. Hoe dat wordt besteed, is nog onduidelijk. Het Regionale Informatie- en Expertise Centrum in Noord-Nederland werkt momenteel aan een rapport over de havens in Harlingen, Lauwersoog, Delfzijl en Eemshaven.
‘Aard van misdaad verandert’
Verder laat het jaarbericht van het OM, waarin enkel landelijke cijfers worden bijgehouden, zien dat veelvoorkomende criminaliteit als diefstal en vernieling steeds minder wordt gepleegd. Daarentegen explodeert het aantal digitale delicten, zoals WhatsAppfraude en phishing. Groningen, Friesland en Drenthe zijn daarin geen uitzondering, zegt Greive. „De aard van de misdaad verandert. Met bijvoorbeeld bankpasfraude maakt een crimineel snel veel slachtoffers.”
Ook het landelijke beeld van jeugdige criminelen die bij steeds zwaardere delicten betrokken raken strookt met dat in Noord-Nederland. „We zien steeds meer jonge daders bij zware misdrijven, bijna een verdubbeling ten opzichte van de instroom in 2018”, zegt Greive. „Wat opvalt is dat jongeren na lichtere vergrijpen soms al heel snel zwaardere delicten plegen. Er moet goed gekeken worden naar problemen rondom deze jeugd. Ze vallen te gemakkelijk in handen van drugscriminelen.”
Strafketen dreigt vast te lopen
Tegelijk dreigen de looptijden van strafzaken steeds verder op te lopen. Het duurt langer, ook steeds vaker té lang, voor een strafzaak bij een politierechter of meervoudige rechtbank wordt voorgelegd door het OM. Volgens Greive komt dat door gebrek aan zittingscapaciteit bij de rechtbank. „We werken als een keten. Als ergens een tekort is, kan het vastlopen.”
De overvolle rechtbankagenda kan gevolgen hebben op een uiteindelijke straf voor verdachten. Veel zaken moeten binnen een bepaalde tijd behandeld zijn, anders volgt strafkorting. „Op dit tempo gaat het misschien meerdere jaren duren voor we op een acceptabel niveau zitten. Dit is een gemeenschappelijke probleem”, stelt de hoofdofficier. „We moeten samen met rechtbanken en politie de schouders eronder zetten die ‘werkvoorraad’ terug te dringen.”
Een mogelijke oplossing volgens Greive is het vaker inzetten van digitale middelen, zoals het verhoren van verdachten via videoverbinding. „Daar kan winst mee worden behaald. Daarover staan we momenteel in contact met de DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen, red).” Uiteindelijk bepaalt een rechtbank zelf of er wordt overgegaan op meer digitale middelen.