Premier Mark Rutte en Hans Vijlbrief, staatssecretaris Mijnbouw tijdens een debat over het rapport van de Parlementaire Enquetecommissie Aardgaswinning Groningen. Foto: ANP / ROBIN UTRECHT
Er is heel veel gebeurd rond de gaswinning in Groningen, en soms ook wel goed gedaan, maar het is niet genoeg geweest, concludeerde premier Mark Rutte woensdag. Het wantrouwen tegen Rutte, ook in de Tweede Kamer, bleek immens, maar de premier wilde van geen wijken weten.
Dat valt op te maken uit het tweedaagse debat tussen de Tweede Kamer en het minister-president Mark Rutte (VVD) en staatssecretaris Hans Vijlbrief (D66, mijnbouw). De premier concludeerde zelf ook dat het beter had gemoeten. Rutte zei, na enig aandringen, ,,boosheid” en ,,schaamte” te hebben gevoeld over hoe het kabinet, onder zijn aanvoering, de situatie na de aardbeving bij Huizinge te hebben aangepakt.
Rutte noemde het woensdagavond aan het eind van het debat ,,een zwaar debat”. Volgens de minister-president was het een belangrijk moment, waarbij hij aangaf dat ,,wat er de afgelopen twaalf jaar is misgegaan, niet met een pennenstreek is opgelost”.
Motie van wantrouwen
De voltallige oppositie nam de premier twee dagen lang zwaar onder vuur. Dat leidde uiteindelijk tot een motie van wantrouwen die woensdagavond werd weggestemd omdat de vier coalitiepartijen VVD, D66, ChristenUnie en CDA de rijen sloten en de minister-president in bescherming nam. Ze vonden de jarenlange ellende waar de aardbevingsgedupeerden uit Groningen, de bureaucratisch ellende waar duizenden gezinnen in zijn gestort en het voorliegen van de Tweede Kamer uiteindelijk niet zwaar genoeg om daar politieke consequenties aan te verbinden. Wel kwamen de vier partijen tot een motie die ,,treurnis en afkeuring” uitsprak over zestig jaar gaswinning in Groningen.
Rutte zelf kon rekenen op veel misbaar vanuit de publieke tribune die afgeladen vol zat met inwoners en aardbevingsgedupeerden uit Groningen.
Rutte wil niet van wijken weten
En ondanks dat de conclusies in het enqueterapport ‘Groningers boven gas’ snoeihard waren, ook over de rol van Rutte, over de gaswinning, wilde Rutte niet van wijken weten. Rutte had het gedurende het debat meerdere malen heel zwaar, maar bleek de hele tijd, geholpen door de coalitie, toch ongrijpbaar. Meerdere fracties vroegen zich af waarom hij niet de eer aan zichzelf hield.
Tweede Kamerlid Sandra Beckerman (SP) uit Groningen, die tijdens de eerste debatdag grote bewondering oogstte voor haar inbreng, zei dat Rutte zich ,,eigenlijk dood moet schamen dat er überhaupt een motie van wantrouwen nodig is” om hem te laten vertrekken. Volgens het SP-Kamerlid snapt de premier er ,,geen reet van” als hij komt met de analyse dat het na de beving bij Huizinge uiteindelijk toch de weg omhoog is ingeslagen. Het andere Groningse Kamerlid Henk Nijboer (PvdA) zei dat Rutte iemand is die ,,probeert om een pudding aan de muur te spijkeren”.
Rutte kwam zichtbaar in de problemen toen Beckerman hem de vraag stelde of de premier het met haar eens is dat de ,,behandeling van gedupeerde Groningers hardvochtig en onterecht was en de criteria niet deugden?” Rutte antwoordde direct bevestigend (,,zeker”), waarop Beckerman hem aanwreef dat dit ,,volgens de premier het doorslaggevende argument was om [in 2021] op te stappen in het toeslagenschandaal. Dat het hardvochtig, onterecht was en dat de criteria niet deugden. Waarom trekt hij dan nu niet dezelfde conclusie?”
‘Nevenschade’
De boosheid bij Beckerman en Jesse Klaver zat bij hen dan ook in de beantwoording van Rutte waarom hij nu niet wil opstappen en bij de kindertoeslagenaffaire wel. Rutte stelde dat die affaire in alles verschrikkelijk was, terwijl bij Groningen er aanvankelijk alleen maar positieve zaken aan de exploitatie van de bodemschatting (gaswinning) leken te kleven totdat er de ,,dramatische nevenschade” ontstond. ,,Nevenschade, en dat is mijn opvatting”, zei Rutte.
Beckerman was woest: ,,Wij zijn geen nevenschade. Er zijn duizenden gezinnen in de problemen gekomen”. Rutte schudde wild zijn hoofd. Zo had hij het niet bedoeld, wilde hij ermee zeggen, maar de VVD-premier leek zichtbaar geschrokken van zijn eigen woorden.
Rutte gaf in het debat wel toe niet genoeg gedaan te hebben voor Groningen, maar zei ook ,,de absolute overtuiging” te hebben dat hij ,,onderdeel wil zijn van de weg voorwaarts om deze dingen [voor Groningen] ook uit te voeren. Dat is mijn absolute ambitie. Dat is waarom ik door wil”, zei de premier over zijn motivatie.
‘Compleet vertrouwen in de politiek verloren’
Geert Jan ten Brink, oud-burgemeester van Slochteren en tegenwoordig dijkgraaf van waterschap Hunze en Aa’s, is een van de regionale bestuurders die woensdag wezenloos voor zich uitstaarde. Het debat is nog geen uur oud en Ten Brink, die zelf ook is verhoord door de enquêtecommissie, noemt het ,,bizar om een minister-president botweg leugens te zien verspreiden”. Volgens de oud-burgemeester een ,,ontluisterende constatering”.
Ten Brink stond niet alleen in zijn constatering. Er klonken geluiden als ,,compleet vertrouwen in de politiek verloren” en ,,dat de grens wel is bereikt, maar dat er niets zal veranderen”.
Oud-voorzitter van de enquêtecommissie Tom van der Lee had de uitkomst vooraf wel bedacht, maar noemde het optreden van premier Rutte ,,nog dramatischer dan gedacht”.
Coalitie laat Rutte niet vallen
Dat gebeurde ook niet. Want hoewel coalitiepartijen Christenunie en CDA zich ongemakkelijk voelden over de beantwoording van de premier en soms kritische vragen durfden te stellen; zij lieten hem niet vallen. CDA-Kamerlid Eline Vedder, die nog geen maand in de Tweede Kamer zit, werd geprezen om haar optreden op de eerste dag, maar kreeg aan het einde van de rit min of meer aangewreven grote woorden te hebben gebruikt, maar uiteindelijk niet tot daden [lees: de motie van wantrouwen steunen] durfde te komen.
Over de twee grootste partijen in de Tweede Kamer - VVD en D66 - was het ronduit opvallend, en bij tijd en wijle gênant, dat er vrijwel geen enkele kritische noot richting het kabinet werd afgevuurd. Met name D66-Tweede Kamerlid Faissal Boulakjar meldde wel te pas en onpas dat het om de inwoners van Groningen ging, maar was vrijwel niet te zien bij de interruptiemicrofoon om ook maar een moeilijke vraag te stellen aan premier Rutte.
Het viel ook de oppositiepartijen op. De PvdA gaf aan ,,veel moeite met D66 te hebben tijdens dit debat”, want volgens Kamerlid Henk Nijboer was D66 ,,weinig kritisch” en waar hij ,,meer van had gehoopt en verwacht”.