Veel Nederlanders zitten in grote onzekerheid over de energietoeslag van 800 euro die gemeenten gaan uitkeren. In de ene gemeente is het geld al overgemaakt, in de andere duurt dat nog weken. Middeninkomens worstelen intussen met onbetaalbare rekeningen. „Ik vrees dat veel huishoudens die normaal net rondkomen, binnenkort in schuldhulpverlening zitten.”
Op het kantoor van de gemeentelijke ombudsman in Rotterdam staat de telefoon al een paar weken roodgloeiend. „We krijgen ongelooflijk veel vragen over de energietoeslag”, vertelt ombudsman Marianne van den Anker. „Wanneer komt het geld? Kom ik ook in aanmerking? Wat betekent 120 procent van het sociaal minimum? Dat soort vragen. Mensen snappen niet hoe de regeling werkt.”
Gelukkig, zegt ze, heeft de gemeente Rotterdam het voortvarend aangepakt en hebben de mensen die een bijstandsuitkering krijgen, de energietoeslag van 800 euro inmiddels ontvangen. Maar dan zijn er nog de mensen die het zelf moeten aanvragen. „Die zitten in onzekerheid of ze het geld wel of niet krijgen. Dat brengt stress met zich mee. Vooral als je financieel moeilijk zit.”
Half maart gaf minister Schouten (armoedebeleid) gemeenten te kennen dat zij konden starten met het uitbetalen van de eenmalige energietoeslag aan huishoudens met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum. Een groep van 981.000 Nederlanders. Niet alle gemeenten gingen hier meteen mee aan de slag.
„Wij hadden eerder al gezegd ’regel dit via de Belastingdienst, in plaats van via gemeenten’. Maar dat gaf stress bij de Belastingdienst, want alles is daar ingewikkeld op dit moment”, vertelt Peter Heijkoop, bestuurder bij de koepelorganisatie voor gemeenten VNG en wethouder armoedebeleid in Dordrecht. Hij vindt de afwachtende houding van gemeenten begrijpelijk „Zij hebben eerder hun neus gestoten. Sommige gemeenten wilden daarom eerst de garantie van het Rijk dat het geld voor deze regeling in zijn geheel betaald zou worden. Er is veel wantrouwen vanuit gemeenten richting het Rijk.”
Vorige week, in het koopkrachtdebat, gaf de minister deze garantie alsnog. Sindsdien zijn veel gemeenten met de toeslag aan de gang gegaan. Wanneer het geld precies komt, verschilt echter per gemeente.
Verschillen
Gemeenten zijn niet alleen vrij om te bepalen wanneer ze uitkeren, maar ook aan welke groep en hoeveel ze betalen. Hierdoor ontstaan verschillen tussen plaatsen. In sommige gemeenten kiezen ze ervoor om de energietoeslag aan iedereen met een inkomen tot 130 procent van het minimum uit te keren.
Of om de groep tussen 120 en 130 procent ook een toeslag te geven, maar dan een iets lager bedrag. Het kan dus zo zijn dat iemand in de ene gemeente wel een toeslag krijgt en ergens anders niet. „Dat hangt af van de politieke kleur en de financiële situatie van een gemeente”, legt Heijkoop uit.
Zo heeft Den Haag besloten iedereen met een inkomen tot 130 procent van het minimum een toeslag van 900 euro te betalen. „We hadden tijdens de coronapandemie geld gereserveerd voor de TONK-regeling, dat was een voorziening voor mensen die door corona financieel in de problemen dreigden te komen. Maar van die regeling hebben relatief weinig mensen gebruik gemaakt. Dus kunnen we nu 100 euro extra uitkeren aan financieel kwetsbaren in onze stad”, vertelt Arjen Kapteijns, wethouder armoedebestrijding in Den Haag.
Of de energietoeslag mensen in zijn stad daadwerkelijk gaat helpen, betwijfelt Kapteijns. „Natuurlijk is het fijn. Even verlichting. Maar het is geen structurele oplossing. Er is een grotere groep mensen die net het hoofd boven water kan houden. Zij hebben last van de hogere kosten. Niet alleen de energietarieven die stijgen, maar over de hele linie wordt alles duurder. Dat brengt hun bestaanszekerheid in gevaar.”
Ook ombudsman Marianne van den Anker ziet de problemen huizenhoog opdoemen. „Er is een grote groep huishoudens – gezinnen, ouderen, zzp’ers, daar zit van alles tussen – die het nu nog net redden, maar die binnenkort door hun hoeven zakken. Deze eenmalige energiecompensatie gaat daar niets aan veranderen.”
Peter Heijkoop van de VNG vindt daarom ’dat het kabinet snel aan knoppen moet draaien om een grote koopkrachtreparatie te realiseren’. „Dit zou in het fiscale systeem geregeld moeten worden”, zegt hij. „Als er niet heel stevig geacteerd wordt door het kabinet, verwacht ik binnenkort heel wat mensen in een schuldhulptraject. Mensen die daar eigenlijk niet thuishoren, die normaal alle eindjes net aan elkaar kunnen knopen, maar door de extreme kostenstijgingen nu in de schulden belanden”, zegt Heijkoop.
Volgens een woordvoerder van minister Van Gennip (koopkracht), is het ’best wel uitzonderlijk’ dat er midden in het jaar zo’n extra toeslag komt voor minima.
Of er ook structurele financiële ondersteuning voor minima en lage inkomens gepland worden door het kabinet, kan de woordvoerder niet zeggen. Net als zijn collega, de woordvoerder van minister Schouten, benadrukt hij dat eventuele plannen hiervoor in de Voorjaarsnota terecht zullen komen.
„Het is belangrijk om haast te maken”, vindt Heijkoop. „Wat ze in Den Haag niet goed regelen, krijgen gemeenten op hun bord. We zien nu al gezinnen met de wat hogere inkomens die zich aanmelden voor bijzondere bijstand.”
Hoewel huishoudens niet altijd precies vallen binnen de gestelde kaders, is het volgens Heijkoop lastig om zo’n gezin aan zijn lot over te laten. „Je zegt geen ’nee’ als je weet dat een gezin anders in een jarenlang schuldhulptraject dreigt te komen.”
’Opzij zetten voor noodgevallen’
Judith van der Sijde leeft van de bijstand en kijkt uit naar de toelage. „Ik ben tweeënhalf jaar geleden gescheiden. Mijn man was alcoholist en wij zaten daardoor diep in de ellende. Met mijn jongste zoon ben ik in ons huis blijven wonen. En we redden het best samen. Maar het leven is wel duur. Mijn zoon is 17 en heeft spullen nodig voor school, zoals een computer. Ook heb ik veel was. Het lukt me nu nog niet om betaald werk te vinden. Wel werk ik als vrijwilliger bij de kringloop en de voedselbank. Op die manier kan ik als eerste de goede koopjes eruit pikken. En krijg ik ook vaak een kratje eten mee van de voedselbank. Dat helpt.”
„Ik spreek als vrijwilliger veel mensen die de energietoeslag al ontvangen hebben. Maar ik woon in Spijkenisse en die gemeente heeft nog niet uitgekeerd.” Van der Sijde prijst zich gelukkig dat ze een vast energiecontract heeft afgesloten toen de prijzen nog betaalbaar waren. Wanneer die 800 euro gestort wordt, hoeft ze dit geld daarom niet direct aan te spreken. „Ik ga het opzij zetten voor noodgevallen. Want het gaat nu allemaal net, maar als de wasmachine of koelkast kapot gaat, heb ik een groot probleem.”
Judith van der Sijde. Foto: Roel Dijkstra
’Gasfornuis weghalen’
„Ik voel me wel een beetje benadeeld, maar ik gun het de mensen van harte”, zegt Marjon Hombergh die zelf net niet in aanmerking komt voor de toelage. „Mijn vriend en ik werken allebei. We verdienen net onder modaal. Net te veel om in aanmerking te komen voor verschillende soorten toeslagen. Daardoor moeten we alles zelf bekostigen. Normaal is dat natuurlijk niet heel erg, maar sinds de inflatie door het dak is gegaan maak ik me toch echt wel zorgen”, aldus de 58-jarige Limburgse. Zonder de toeslag moet Hombergh aan bezuinigen denken. „Mijn energiecontract loopt deze maand af. Ik zal dus een nieuw contract moeten afsluiten voor waarschijnlijk een heel hoog bedrag. Om op kosten te besparen laat ik het gasfornuis weghalen en gaan we voortaan op elektriciteit koken.”