De mensen van de Eemshaven. Foto's: Corné Sparidaens
Chemische industrie, energiecentrales, pakhuizen, schepen en... mensen - dat is de Eemshaven. Wij portretteren ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Eemshaven 7 van de 1000 mensen die er hun brood verdienen.
Alex van Delden (51) uit Appingedam is loods bij het Nederlands Loodswezen regio Noord.
Alex van Delden. Foto: Corné Sparidaens
,,Als loods ben je gids en raadgever van de kapitein. Het is onze taak om de schepen veilig de haven binnen te loodsen, 24 uur per etmaal het hele jaar door. Wij kennen de dieptes, de stromingen, de verkeerssituatie en de lokale wet- en regelgeving. We sturen de sleepboten aan en onderhouden contact met de verkeerspost. Bij grote schepen gaan we zo’n 20 zeemijl [ongeveer 37 kilometer, red.] vanuit de kust aan boord, bij schepen kleiner dan 155 meter zo’n 10 zeemijl, nabij Borkum.
Wij werken week op, week af vanuit huis. Ik sta dan op een lijst met zeven of acht collega’s. Als ik word opgeroepen handel ik meestal twee schepen af. Daar ben ik normaal gesproken zo’n tien uur mee bezig. Dan ga ik weer naar huis tot ik de volgende oproep krijg.
Het is hier de afgelopen tien jaar veel drukker geworden. Sinds de komst van de Eems Energy Terminal moeten we ook veel LNG-schepen [LNG staat voor liquefied/liquid natural gas, schepen die varen op vloeibaar gas, red.] binnenloodsen. Daar ben je wat langer mee bezig. Er gelden allemaal aanvullende regels voor. Zo moeten er twee loodsen aan boord zijn en de assistentie van vier sleepboten is verplicht. De LNG-schepen moeten ook binnen een bepaald tijdslot binnen zijn. Ze komen via de vloedgolf bij hoog water de haven binnen. Nu in de lente de zee weer wat rustiger is, varen er ook meer schepen uit die werken aan de offshore windparken.
Een loods is een ervaren zeeman met een hbo-opleiding die vervolgens een studie van het Loodswezen heeft afgerond. Daarbij doe je ook alle kennis op van de haven waar je gaat werken. Na de afronding ben je registerloods, ofwel ‘master in maritime piloting’.
Het is prachtig werk. Heel afwisselend met elke dag andere schepen, mensen, nationaliteiten en omstandigheden. En wat is mooier dan een nautisch beroep dat je vanuit huis kunt uitoefenen?”
Dirk Saathoff (58) uit Weener (Dld.) werkt bij AG Ems als kapitein op de veerboot Münsterland die tussen Eemshaven en Borkum vaart.
Dirk Saathoff. Foto: Corné Sparidaens
,,Van maart tot oktober vaar ik meestal per dag vier keer op en neer. De afstand is 18 kilometer. Daar doen we ongeveer 50 minuten over. In de winter loopt de route ook via Emden. Het werk kan wel eens inspannend zijn als het slecht weer is. Dan moet je goed geconcentreerd zijn. Bij mooi weer is het varen leuk. Dan zijn de mensen aan boord ook allemaal vrolijk.
Op het schip kunnen maximaal 1200 passagiers. De meeste komen uit Duitsland; veel mensen uit de omgeving van Papenburg, het Emsland, en uit het Ruhrgebied. Passagiers uit Groningen gaan een dagje naar Borkum.
Het eiland is zo mooi. Het heeft een prachtig schoon strand. Dat zie je nergens anders. Je kunt er heel goed ontspannen. Het is niet bepaald een party-eiland. Ja, het is een kuuroord. Mensen met astma of die klachten hebben overgehouden aan corona, gaan ernaartoe omdat ze baat hebben bij het zeeklimaat. We vervoeren overigens niet alleen mensen, maar ook vrachtwagens, personenauto’s en soms ook speciale vrachten, zoals hijskranen.
Een paar jaar geleden is de Münsterland bij Niestern Sander in Delfzijl omgebouwd voor aandrijving op liquid natural gas (lng). Daardoor is het varen rustiger en schoner voor het milieu geworden. Je hebt geen zwarte rookpluimen en herrie vanuit de machinekamer meer.
Ik werk twee weken op, een week af. En als ik werk, woon ik net als de overige tien bemanningsleden op het schip. Nadat ik in Leer de zeevaartschool had doorlopen heb ik tot 2002 op grote schepen gevaren. Ik wilde meer in mijn vaderland zijn. Sindsdien werk ik met veel plezier bij AG Eems. In deze baan ontmoet je veel mensen. De samenwerking met de Nederlandse collega’s is heel goed. Zo lang ik gezond ben, ga ik met dit werk door.”
Paul de Voigt (60) uit Oldenzijl werkt bij Buss Terminal Eemshaven als terminal operator.
Paul de Voigt. Foto: Corné Sparidaens
,,Buss is gespecialiseerd in de op- en overslag van zware, grote componenten, voornamelijk voor windmolens, zowel voor op land als op zee. Ze worden per schip aangeleverd. Sommige onderdelen worden hier door de fabrikant in elkaar gezet. Vervolgens worden ze per schip of vrachtwagen naar het windpark in aanbouw vervoerd.
We hebben al aan heel wat windparken op zee meegewerkt; in de wateren van Nederland, Duitsland, Denemarken, Engeland ... De Eemshaven is voor de aanvoer naar het hele Noordzeegebied gunstig gelegen.
Momenteel draaien we een project met windmolentorens, het gedeelte waar de turbine met de wieken opkomt. Die komen hier in onderdelen van 30 tot 40 meter. Vervolgens worden ze op de terminal op elkaar gezet. Dan zijn ze zo’n 100 meter hoog. Van die torens worden er steeds drie op een zogeheten jack-up-schip geladen. Die plaatst ze op zee.
We laden en lossen ook weleens schepen voor Defensie, voor als het leger ergens op oefening gaat.
’s Zomers is de zee rustiger en dan wordt er meer aan de windparken gewerkt. Dan hebben wij het drukker. Als het werk minder is, bereid je werkzaamheden voor. Je kijkt hoe je die veilig en goed kunt laten verlopen en hoe je het terrein het beste kunt inrichten.
Als terminal operator bedien ik alle machines waarmee we werken, zoals heftrucks en reachstackers [til- en hijsmachines, red.]. Meestal werk ik als kraanmachinist of als ‘waarschuwer’. Dan stuur je de kraanmachinist aan. Die kan niet altijd de hele omgeving overzien. Verder zorg je dat iedereen de juiste positie inneemt, zodat er goed en veilig wordt gewerkt.
Het is prachtig werk. Er zijn niet veel bedrijven waar je zo veel machines moet kunnen bedienen. Iedereen die hier werkt heeft wel tien tot vijftien certificaten. Buss Terminal Eemshaven is een mooi en gezond bedrijf om voor te werken.”
Janita Haan (51) uit Hoogezand is medewerker bedrijfsbureau bij scheepsbevoorrader Total Ship Supply in Groningen.
Janita Haan. Foto: Corné Sparidaens
,,Ons bedrijf verwerkt bestellingen van zeeschepen die de hele wereld over varen voor de olie- industrie en offshore wind. Ik ben een van de medewerkers die de orders verwerken. Het gaat om bestellingen voor eten, drinken, persoonlijke verzorgingsmiddelen, huishoudelijke artikelen en sigaretten. Kortom, alles wat je in je eigen huishouden ook gebruikt.
Ik handel een order helemaal zelf af. Ik bestel de producten bij de leveranciers. Ik onderhoud de contacten met de bemanning en hun vertegenwoordigers aan de wal. En voordat ik een klant een factuur stuur, vraag ik altijd of hij tevreden is over de bestelling.
Onze vrachtwagens rijden naar de zeehavens van Duitsland, Nederland, België en Denemarken, soms op speciaal verzoek ook naar andere bestemmingen. We lossen de goederen in de haven, maar het gebeurt ook dat we ze met een tenderboot op zee afleveren. We zijn gespecialiseerd in het vervoer en verpakken van producten voor dit soort leveranties. Groente en fruit moeten natuurlijk goed vers werden gehouden. Je kunt niet aankomen met een krop sla die zes uur in de zon heeft gestaan. Ook de bevroren producten, zoals brood, moeten goed geconserveerd worden afgeleverd.
In de scheepvaart moet je snel kunnen schakelen. Schepen liggen maar een paar uur in de haven. In die korte tijd moet er veel gebeuren: het wisselen van de bemanning, reparaties, laden en lossen. Er is dus veel te doen. Daarom moeten wij onze leveranties ook heel strak plannen. En mocht er onverhoopt iets anders verlopen dan gepland, dan moeten we heel snel een oplossing kunnen bedenken.
Voor deze job heb je geen speciale opleiding. Een talenknobbel is handig, want Engels is bijna onze voertaal. Verder kom je een heel eind met een klantgerichte, commerciële instelling en een nuchter boerenverstand.”
Albert Jan Koers (61) uit Froombosch is als ‘operationeel installatie verantwoordelijke’ (oiv) bij TenneT verantwoordelijk voor de hoogspanningsinstallaties in de Eemshaven.
Albert Jan Koers. Foto: Corné Sparidaens
,,Sinds 1980 werk ik in de Eemshaven, in het begin in dienst van het toenmalige Elektriciteitsbedrijf voor Groningen en Drenthe. Daar stond toen alleen het hoogspanningsstation voor de Eemscentrale en een gebouwtje van Rijkswaterstaat. Voor de rest was het een lege vlakte.
Sinds die tijd heb ik voor TenneT heel wat nieuwe projecten op het hoogspanningsnet mogen aansluiten; de energiecentrales van RWE en Nuon, het windpark op zee Gemini, de kabelverbindingen met Noorwegen en Denemarken. En vergeet niet de zonne- en windparken. Het is mooi om die ontwikkelingen mee te maken. De energiewereld staat niet stil. Doordat je dagelijks in deze materie zit, komt de kennis naar je toe.
In mijn huidige functie ben ik belast met de aanleg en het onderhoud van hoogspanningsinstallaties, zoals transformator- en schakelstations, in de Eemshaven. De elektriciteit die hier wordt opgewekt moet verder getransporteerd kunnen worden, naar het zuiden van het land, Noorwegen, Duitsland en Denemarken. Bij storingen heb ik een coördinerende rol voor het oplossen ervan.
De Eemshaven is eigenlijk de Energy Valley van Nederland. Het is jammer dat al die elektriciteit niet hier wordt verbruikt. Voor het transport zijn dure transformatorstations en verbindingen nodig. Dat wordt in de toekomst wellicht anders, als hier grote elektrolysers groene waterstof gaan maken. Die hebben veel elektriciteit nodig.
De veiligheid is in mijn werk heel belangrijk. Het gevaar ligt altijd op de loer. We werken met hoge spanning van 110.000 tot 450.000 volt. Bij TenneT wordt iedereen die daarmee werkt daarvoor intern opgeleid. Daarnaast heb je veel werkervaring nodig. Voor het bijhouden van veiligheidsprocedures, de schakel- en bedieningswerkzaamheden hebben we iedere drie jaar een herhalingscursus. Dat houdt je scherp, ook qua veiligheid. Als je alle regels in acht neemt en je verstand gebruikt, hoeft er niets te gebeuren.’’
Jan-Hein Meissner (50) uit Veendam is nautisch adviseur bij het Nautisch Service Centrum van Groningen Seaports.
Jan-Hein Meissner. Foto: Corné Sparidaens
,,Wat de luchtverkeersleiding op Schiphol doet met vliegtuigen, doen de verkeersbegeleiders van het Nautisch Service Centrum met schepen. Zij zorgen 24 uur per etmaal met radar en marifoon voor een veilig en vlot verloop van al het scheepvaartverkeer, inclusief de binnenvaart.
Varen is niet een kwestie van ‘tros los en gas erop’. Dat moet gepland gebeuren. De kapitein of de loods meldt ons wanneer zijn schip aankomt of vertrekt. En wij kijken dan of zich op dat moment bijzondere situaties voordoen waar hij rekening mee moet houden. Bijvoorbeeld als er baggerwerkzaamheden zijn of als er een groot transport aankomt. We houden ook de getijden, stromingen, waterstanden en weersomstandigheden in de gaten
Het contact met de kapitein of de loods ontstaat meestal als hij met het schip van de ligplaats wil vertrekken of onderweg naar de haven bij de Westereems is, nabij Rottumerplaat. Wij kijken of ze sleepboten nodig hebben, of er ligplaatsen vrij zijn, of er vastmakers nodig zijn voor het afmeren… Echt verrassingen hebben ze meestal niet, want de komst van schepen moet minstens 24 uur van tevoren worden aangemeld. Dat gebeurt door havenagenten die hier de schepen vertegenwoordigen.
Het is in ons werk hollen of stilstaan. Je moet tegen drukte, maar ook tegen rust kunnen. ’s Nachts zijn er relatief minder schepen. Het is niet voor niets dat je een assessment moet afleggen voor je begint aan de landelijke opleiding voor verkeersleider. Die duurt drie maanden en daarna loop je drie maanden mee in de praktijk. Dan leer je ook het gebied kennen. Tot slot moet je een theoretisch en een praktisch examen achter de simulator doen. Iedereen die hier werkt is kapitein of schipper geweest en heeft een nautische opleiding afgerond. Het is mooi dat je met een baan aan de wal met het water bezig blijft. De zee blijft altijd trekken.”
Uwe Sarrazin (55) uit Lingen (Dld) is als ‘service operations manager’ bij Siemens Gamesa verantwoordelijk voor het onderhoud van de 150 windmolens van het windpark Gemini dat zo’n 85 kilometer uit de kust ligt.
Hotelschip Siemens. Archieffoto
,,Siemens Gamesa heeft in de Eemshaven een eigen gebouw met kantoren en een magazijn. Daar komt elke twee weken op woensdag een schip, onze ‘service operations vessel’, voor de wisseling van de ploegen. De technici verblijven steeds twee weken bij Gemini op zee, de twee andere weken zijn ze thuis.
We vinden comfort en privacy voor hen belangrijk. Ze hebben op het schip allemaal een eigen hut. Er is een mooie ontmoetingsruimte waar ze met elkaar kunnen praten en tv-kijken. Ze kunnen er ook gebruik maken van een sportzaal en een bioscoop. Voor het management en de planners zijn er kantoren.
Inclusief de bemanning van het schip zijn zestig mensen bezig met het onderhoud van het windpark. Net als een auto moeten de turbines elk jaar worden gekeurd. Tussentijds zijn kunnen zich ook technische problemen voordoen die opgelost moeten worden en is er allerlei onderhoud te verrichten. We hebben duidelijke veiligheidsinstructies en -protocollen die we moeten volgen om veilig te werken. We zijn er trots op dat we binnenkort duizend dagen zonder incidenten hebben gewerkt.
Het is moeilijk om personeel uit de omgeving van de Eemshaven te vinden. We werken daardoor met een mix van mensen uit Nederland, Duitsland, Polen, het Verenigd Koninkrijk en nog wat landen. Hun opleiding verschilt. De een is basistechnicus, de ander ingenieur. Het hangt af van hun rol in het team.
Voor het tussentijds vervoer van personen of reserve-onderdelen hebben we ook een kleine boot, de ‘crew transfer vessel’. Ik ben elke week twee dagen in de Eemshaven, maar soms ga ik met die kleine boot een paar dagen naar het windpark. Het is belangrijk precies te weten waar de mensen daar mee te maken hebben.”