Kunnen de omwonenden van de gasopslag bij Langelo nog wel rekenen op een goede schaderegeling? Gedeputeerde Tjisse Stelpstra maakt zich er zorgen over. Foto: Kees van de Veen
Minister Stef Blok kwam maandag langs om met gedeputeerde Tjisse Stelpstra, burgemeesters en inwoners van Noord-Drenthe en Westerkwartier te praten over hun zorgen over de gaswinning -en opslag in hun omgeving. Wat speelt er ook alweer?
Vanwaar het bezoek?
De zorgen in Noord-Drenthe en het Westerkwartier nemen om verschillende redenen al tijden toe. De opslag Langelo wordt steeds intensiever gebruikt. Omwonenden van de gasopslag in Langelo maken zich zorgen over de effecten ervan in combinatie met de gaswinning uit de velden in de buurt. Ondertussen zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd met conclusies die elkaar tegenspreken.
De overheid was van plan de opslag in Grijpskerk af te stoten, maar het Staatstoezicht op de Mijnen (SoDM) adviseerde juist dat die maximaal moet worden benut om de gaswinning uit het Groningenveld in 2023 daadwerkelijk te kunnen beëindigen. De minister is dat nu aan het bekijken en komt dit najaar met een besluit.
Wat willen de bestuurders?
De Drentse en Groningse burgemeesters die bij het bezoek van Blok aanwezig waren, willen vooral dat de omgekeerde bewijslast, die voor een groot deel van het gebied tot september vorig jaar gold, opnieuw wordt ingevoerd. Het liefst zien ze dat de gaswinning in Drenthe ook wordt beëindigd.
Maar de gaswinning stopt toch?
In het Groningenveld, ja. De capaciteit van de gasopslagen moet ook om die reden omhoog. Maar in de elf kleine gasveldjes in Noord-Drenthe, die samen Westerveld heten (niet te verwarren met de Drentse gemeente, red.), wordt juist volop gewonnen. Dat is tegen het zere been van de betrokken gemeenten. De gemeenteraden van Assen, Noordenveld, Tynaarlo en Aa en Hunze willen allemaal dat de winning stopt.
Wat is er geregeld voor mensen die schade hebben?
De betrokken bestuurders hebben jaren getrokken aan de invoering van de omgekeerde bewijslast in de randgebieden van het Groningse aardbevingsgebied. Vorig jaar september zette het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) alle schademeldingen (1800 in totaal) uit Noord-Drenthe en Oost-Groningen in de pauzestand omdat er twijfels waren over de vraag in hoeverre de mijnbouwactiviteiten daar kunnen leiden tot schade. Onderzoeksinstituten TNO en TU Delft concludeerden in maart dat de diepe bodemdaling in het gebied de schade aan de woningen niet heeft veroorzaakt. In mei kwam het IMG, verantwoordelijk voor het afhandelen van aardbevingsschade, met een stuwmeerregeling van 5000 euro, bedoeld voor eenvoudige schades.
Is het daarmee opgelost?
Nee. Het TNO-rapport zorgde voor veel onrust aan de randen van het aardbevingsgebied. Bovendien beantwoordde het lang niet alle vragen. Dat vond het IMG ook, waarop aanvullend onderzoek werd besteld. Dat is inmiddels uitgevoerd door Deltares. Dat bureau stelt dat de mijnbouwactiviteiten in een heel klein gebied wél voor indirecte schade kunnen zorgen. 300 van de 1800 schademelders mogen zich nu alsnog beroepen op de omgekeerde bewijslast, de rest valt buiten de boot.
Hoe nu verder?
Van het van tafel vegen van de omgekeerde bewijslast tot de gedeeltelijke herinvoering ervan, de invoer van de stuwmeerregeling en het verhogen van de capaciteit van de gasopslagen in Langelo en misschien Grijpskerk: er is nogal wat gebeurd het afgelopen jaar. Minister Blok deed geen toezeggingen, maar Drenthe is strijdbaar. Zoals Wisse Hummel, voorzitter van de Tijdelijke Werkgroep Mijnbouwschade Een (TWME) eerder stelde: ,,De inwoners van dit gebied willen niet in dezelfde ellende komen als in Groningen. Wij zijn niet op geld uit. Maar hoe er met inwoners wordt omgegaan: je maakt van realisten activisten.”