Noord-Nederland heeft meer waterberging nodig zoals hier in de Onlanden. Foto: Corné Sparidaens
Zijn stichting Natuurbelang De Onlanden groeide uit tot baken van kennis en volwaardig gesprekspartner over De Onlanden. Voorzitter Herman Sips (69) draagt het stokje over. Op een voor het gebied belangrijk moment.
De Onlanden zijn z’n achtertuin. Herman Sips woont in Sandebuur, het idyllische buurtschapje dat vanaf de Leekstermeerkant alleen over een zandpad te bereiken is. Ver voordat natuurgebied en waterbuffer De Onlanden wordt aangelegd richt de bioloog in 2000 de stichting op. Het doel van Natuurbelang De Onlanden is vooral het beschermen van de natuur in het gebied op de grens van het Drentse zand met de Groninger klei. Bij zijn aftreden blikt hij met zijn opvolger, ecoloog Jeroen Huisman uit Roden, terug en vooruit.
Naamgever
„Ik heb destijds de ‘De Onlanden’ gelanceerd als naam voor dit natuurgebied”, komt Sips meteen met een noemenswaardig wapenfeit. „Daar ben ik best wel trots op.” De naam Onland was in het gebied al eeuwen in gebruik. „Je hebt hier bijvoorbeeld de Onlandsedijk en het Elsburger Onland. De Onlanden is ook een beetje een geuzennaam, het betekent letterlijk: onnut land”, vertelt Sips. „Vroeger was het een binnendelta tussen het Drentse zand en Groninger zeeklei”, vervolgt de geboren stadjer. „Reizen door het Drentse land eindigde bij Peize, Roden en Roderwolde. Dat waren feitelijk havenplaatsen. Wie verder wilde moest van daaruit met de beurtschipper.”
De herinrichting van het laaggelegen veenweidegebied, die begon met de aanpak van het Leekstermeer in 2008, is dus eigenlijk een terugkeer naar de oude situatie. Herinrichting van het gebied was hard nodig. Het vele regenwater uit de hooggelegen Drentse beken vormde steeds vaker een bedreiging voor de lager gelegen stad. Sinds de versnelde ingebruikname in 2012 functioneren De Onlanden als een groot bassin onder de Drentse waterglijbaan. Vanuit De Onlanden vindt het water zijn weg in de Groningse diepen en kanalen, om te worden afgevoerd naar Lauwersmeer en Waddenzee.
Over schaduw heen
„Wat heel bijzonder is in dit gebied is dat alle terreinbeheerders vanaf het begin over hun eigen schaduw heen zijn gesprongen. Dat is een van de successen van De Onlanden”, meent Sips. Eén waterschap, twee provincies en vier terreineigenaren trekken vanaf het begin gezamenlijk op in de herinrichting. „We hadden de wind mee, er was onrendabele landbouw hier en uiteindelijk was het ook zo banaal dat het onderhoud voor sommige terreinbeheerders te duur werd.”
Er gaat enige strijd aan vooraf maar uiteindelijk wordt een radicale keuze gemaakt: het 2500 hectare grote gebied wordt volledig ontpolderd. Een achttal boeren in het gebied wordt relatief geruisloos verplaatst naar alternatieve locaties, stelt Sips. Hoewel: een boer is blijven zitten. „Daar ben ik veel over de vloer geweest”, denkt Sips terug. „Met onze landinrichtingscommissie konden we deze man, ondanks prachtige aanbiedingen, niet verleiden.” Sips vervult in die tijd een andere rol. Acht jaar lang is hij bestuurder bij het waterschap met de waterberging in zijn portefeuille. Wim van Boekel trekt in die tijd de kar voor Natuurbelang de Onlanden.
Hangplek voor vogelaars
Waterberging en natuur zijn even belangrijk in het nieuwe moerasgebied De Onlanden. Het gebied is onder te verdelen in drie afzonderlijke delen waarin de waterstand fluctueert. Hoe hoger de waterstand, hoe meer land onderloopt. Net als de uiterwaarden van een rivier. „Wat in onze ogen het grote succes is: door de grootschaligheid van die meebewegende waterberging heeft de natuur een boost gehad die voor Nederland ongekend is”, zegt Sips trots.
Zo is het aantal broedvogelsoorten van veertig tot vijftig in de begintijd gestegen naar 111. „Het is echt een hotspot voor een aantal aansprekende soorten zoals de roerdomp en de bruine kiekendief”, stelt Sips. Maar ook telt de stichting Natuurbelang zo’n veertig otters en sinds vorig jaar leeft een beverfamilie in het gebied. De vrijwilligers van de stichting maken jaarlijks een rapport over de soortenontwikkeling in het gebied.
Hoewel de natuurontwikkeling in het algemeen boven verwachting is verlopen hoopt de stichting nog altijd dat nieuwe soorten De Onlanden zullen ontdekken. „Zoals de purper- en zilverreiger”, zegt Sips. Een andere wens is de vestiging van zee- en visarenden, indrukwekkende vogelsoorten die De Onlanden nu al af en toe bezoeken.
Steeds meer mensen weten het gebied te vinden. „Het bruggetje over de Matsloot is een echte hangplek voor vogelaars”, zegt Sips lachend. „Daar heb je echt het Boschplaat-gevoel van eindeloze ruimte”, refereert hij aan het natuurreservaat op Terschelling. „Pas kilometers verderop zie je daar het bos van Nienoord achter het Leekstermeer.”
Bedreigingen
Cruciaal voor de verdere ontwikkeling van het natuurgebied is dat de stiltekernen in stand blijven, menen Sips en Huisman. Beide ecologen maken zich zorgen over de plannen van het waterschap om de capaciteit van de waterberging per 2025 te vergroten. „Bij die plannen verlaten ze het oorspronkelijke uitgangspunt van een natuurlijk functionerende waterberging”, stelt Huisman. „Er wordt alleen gekeken naar de waterbergingsfunctie, waar natuur aan ondergeschikt is. Terwijl De Onlanden juist bewijzen dat die twee perfect kunnen samengaan.”
Op dit moment wordt een milieueffectrapportage uitgevoerd naar de effecten van de aanpassing van de waterberging op onder meer natuur, leefomgeving en landschap. Er zijn al verschillende inspraakmomenten geweest en er worden drie varianten onder de loep genomen. Naar verwachting ligt er na de zomer een voorkeursalternatief. Hoewel ze de noodzaak zien zijn de scheidend en aantredend voorzitter geschrokken van de snelheid van de plannen.
De vereniging pleit voor een groter bergingsoppervlak dan in de plannen het geval is. „De optimalisatie geldt alleen voor het rechterdeel, het Leekstermeer doet niet mee”, zegt Sips. Ook ziet de stichting niets in de geplande beweegbare stuwen. „Dan wordt het water beheersbaar en daarmee ook manipuleerbaar”, schetst Huisman de mogelijke risico’s. „Wie gaat dan bepalen waar het water naartoe gaat?” Ze hopen dat, als de plannen worden doorgezet, tenminste de stuwen zullen worden verplaatst naar de al bestaande bruggen, zodat de stiltegebieden met rust worden gelaten.
Dromen van de Groninger Mississippi
Een andere bedreiging voor De Onlanden is de oprukkende bebouwing, onder meer van industrieterrein Westpoort. Om de natuur in het Noorden verder te versterken dromen de Drenten van een aaneengesloten natuurgebied tussen Fochteloërveen en Wad. „Onze grote wens is een brede verbinding tussen De Onlanden en het Reitdiep”, vertelt Sips. De mogelijkheid is er, volgens hem. „Aan de rand van Westpoort ligt een breed water naast het distributiecentrum.”
Dat water, de ‘Mississippi van Groningen’, is na een motie van de Groninger raad in 2001 aangelegd maar tot nu toe doelloos. „Het ligt precies op het kruispunt van belangrijke watersystemen”, zegt pleitbezorger Sips. „We hebben hier een voor Nederland unieke situatie waarbij we van bron- tot mondingsgebied een aantrekkelijk geheel kunnen maken. De bron ligt in het Fochteloërveen in Drenthe, het mondingsgebied in het Lauwersmeer en erachter de Waddenzee.”
Schakel tussen betrokkenen
Sips blijft zich ook na het neerleggen van de voorzittershamer bezighouden met natuurontwikkeling in het Noorden. „Ik wil het nieuwe bestuur niet voor de voeten lopen. Ik doe wel mee aan de broedvogeltellingen in de Onlanden, dat blijf ik doen”, zegt hij. Onder Huismans voorzitterschap zal de stichting blijven hameren op een zo natuurvriendelijk mogelijke aanpak van de uitbreiding van de waterberging.
Een andere belangrijke taak voor Huisman is om de bekendheid van de stichting -met inmiddels 300 donateurs, ‘Onlanders’, - te vergroten. „Het is aan ons om de schakel tussen alle betrokkenen te vormen en het overzicht te houden. Zodat het gezamenlijke belang voorop blijft staan”, zegt Huisman. „Dat doen we door duidelijk te maken wat op het spel staat.”