Delia Bremer (links) en Ria Westerhuis: ,,Wij zouden het van harte toejuichen als er een platform voor dichters wordt opgezet.” Foto: Jan Anninga Jan Anninga
Het heeft even geduurd, maar na tien jaar verschijnt er op initiatief van de Drentse dichters Delia Bremer en Ria Westerhuis een bundel met nieuwe erotische gedichten in de streektaal.
Het kunstzinnige duo Bremer en Westerhuis, dat regelmatig samen optreedt, heeft een oproep gedaan aan poëten in het hele land om een bijdrage te leveren aan de opvolger van de poëziebundel Minnezinne die in 2009 verscheen. Niet alleen in het Drents, maar nu ook in de streek- en stadstalen uit alle delen van het land. In Zuid Afrikaans, Vlaams of Nedersaksisch Duits is eveneens welkom. Tsead Bruinja, de dichter des vaderlands, heeft zelfs toegezegd zich niet onbetuigd te zullen laten voor de nieuwe gedichtenbundel.
De Drentse poëzie in Minnezinne met een zweem van sensualiteit heeft in het afgelopen decennium z’n weg gevonden naar de liefhebbers van dit genre. In de afgelopen 10 jaar zijn er ruim 1500 van verkocht. Minnezinne is inmiddels aan de derde druk toe en scoort daarmee bovengemiddeld. Bremer en Westerhuis zijn er trots op. Tv-optredens bij De Zomer Draait Door en het programma Spuiten en Slikken hebben ongetwijfeld meegeholpen aan dit succes. Ook werd er een cd uitgebracht voor degenen die de dichtkunst liever beluisteren dan lezen.
Met poëzie in de streektaal willen de dichteressen zich onderscheiden. ,,Met het Drents willen we óók de Drentse cultuur uitdragen”, legt Bremer uit. Drents is weliswaar haar moedertaal, maar Drents praten is heel wat anders dan schrijven in het Drents. Toch heeft zij zich in een jaar het schrijven in de streektaal eigen gemaakt. ,,Bij onze optredens in Amsterdam vond het publiek het prachtig”, vult Westerhuis haar aan. ,,Erotiek in de streektaal is zachter, het haalt de scherpe kantjes ervan af. Sommige zinnen kan ik niet eens goed in de standaardtaal doen”.
De presentatie van de gedichtenbundel is op zondag 19 mei in Café Eijlders in Amsterdam, de stad waarvan het dichtersduo vindt dat zij er ,,op handen worden gedragen”. Ze bekennen soms ook liever verder van huis dan dichterbij op te treden. ,,Laatst hadden wij een optreden in Amsterdam en zagen we tot onze verrassing fans uit Meppel. Wat doen jullie hier?”, vroegen wij verbaasd. ,,Om jullie te zien optreden”, was hun simpele verklaring”.
Bremer en Westerhuis vinden toch al dat de dichtkunst in Drenthe niet op waarde wordt geschat. ,,Drenthe biedt amper een podium voor dichters”, vinden zij. Ze betreuren het dan ook dat deze provincie geen platform heeft voor de poëzie. Er is volgens het duo wel een aantal aan poëzie gerelateerde evenementen zoals de manifestatie Dichters aan de bar in theater De Tamboer in Hoogeveen, maar een echt platform voor dichters is er in Drenthe niet. En deze provincie heeft volgens hen wel degelijk gerenommeerde poëten op de zandgronden zoals Gerard Nijenhuis, Marga Kool, Gezienus Omvlee, Egbert Hovenkamp, Suze Sanders en Mischa van Huijstee. ,,Tsja”, verzucht Delia Bremer, ,,en een land zonder dichters is een land zonder ziel”.
Wel heeft zij in het verleden pogingen ondernomen om meer aandacht voor de dichtkunst te genereren door onder andere dichter-thuis-avonden te organiseren. Maar volgens de schrijfster uit Nieuweroord heeft haar initiatief geen vervolg gekregen nadat zij er mee was gestopt. ,,Het kost wel veel tijd en het houdt een keer op”. Westerhuis probeert in haar woonomgeving De Wijk het vuurtje voor literatuur brandende te houden met Verhalenavonden rond de kachel in Koekange. ,,Wij zouden het van harte toejuichen als er een platform voor dichters wordt opgezet”, suggereren zij.