Roelf Hofstee Holtrop (links), die toen burgemeester van buurgemeente Coevorden was, tijdens de installatie van Ivo Opstelten in Dalen. Rechts Opsteltens vrouw Mariëtte Dutilh. Foto: Archief Henk Benting
Oud-minister Ivo Opstelden leerde het besturen in het Noorden. Zijn carrière begon in Dalen en voerde hem ook langs Delfzijl en Beerta. Hij vertelt erover in zijn biografie.
Oud-minister Ivo Opstelten krijgt deze week veel belangstelling door de bekentenis in zijn biografie te hebben gefaald in de zogeheten ‘bonnetjes-affaire’, die leidde tot zijn aftreden. Daarmee kwam een einde aan een bestuurlijke carrière, die begon in het Noorden.
Zijn gisteren verschenen biografie Opstelten, een leven in het openbaar bestuur gaat ook over de jaren van Opstelten in Emmen, Dalen, Delfzijl en Beerta.
De VVD’er belandt in de Vlinderstad omdat het maar niet wil vlotten met zijn HBS-opleiding aan het Lorentz Lyceum in Eindhoven. Zijn vader bedenkt dat het daarom beter is dat zijn zoon in de kost gaat. Zo belandt hij bij dominee Adriaan Faber en diens echtgenote ‘tante Ank’ in Emmen.
Opstelten vindt er geleidelijk aan de discipline om zijn schoolprestaties op peil te brengen en raakt er bevriend met een bekende Emmenaar: Jan Loorbach, topbasketballer, later ook bekend sportbestuurder en advocaat.
Opstelten, burgemeester van Dalen, met een prijswinnende koe op de Zuidenveld-tentoonstelling. Foto: Archief Henk Benting Foto: Archief Henk Benting
Een andere inwoner van Emmen die van betekenis zal blijken voor Opsteltens levensloop is de toenmalige burgemeester, de partijloze Dick Gaarlandt. De man is bekend vanwege zijn ooglapje, maar ook vanwege zijn bestuurskracht, hij imponeert daarmee de jonge Opstelten.
Ze komen elkaar tegen als Opstelten – 28 jaar oud – na een rechtenstudie in Leiden en een aantal jaren in de ambtenarij van Vlaardingen solliciteert als burgemeester van Dalen. Hij moet dan op sollicitatiegesprek bij de Drentse commissaris van de Koningin van dat moment, iemand die hem niet onbekend is: Dick Gaarlandt. Die laat Opstelten weten dat hij vanwege zijn jonge leeftijd weinig kansrijk is om uit de 72 sollicitanten als beste kandidaat te worden gekozen.
Maar als Gaarlandt verneemt hoe Opstelten als ambtenaar en betrokken VVD-lid zich al heeft laten gelden, wil hij hem toch voordragen. De gemeenteraad van Dalen heeft zijn voorkeur uitgesproken voor een veertiger. Als Gaarlandt vraagt of een dertiger ook in orde is, luidt het antwoord: ‘.’
Zo krijgt Dalen in 1972 de jongste burgemeester van Nederland. Hij blijft er vijf jaren, die hij nog altijd als leerzaam beschouwt. Hij leert, zo blijkt uit de biografie, te luisteren en alles stap voor stap te doen. Als hij denkt moeiteloos een voorstel door de gemeenteraad te loodsen, is de uitslag nul stemmen voor en elf tegen. Tijdens de nazit van de vergadering probeert hij te achterhalen wat er misging. Het antwoord komt van de nestor van de raad: ‘’
Opstelten beproeft in de periode 1977-1980 zijn geluk als burgemeester van Doorn, om vervolgens terug te keren in het Noorden. De toenmalige commissaris van de Koningin Edzo Toxopeus polst zijn partijgenoot voor het burgemeesterschap van Delfzijl. Die gaat met zijn vrouw een kijkje nemen in de noordelijke havenplaats.
Citaat uit het boek: ‘Het is een regenachtige dag en een beetje mistig. De stad presenteert zich vooral in vele schakeringen grijs. Maar dat deert Opstelten niets. Hij is eigenlijk al verkocht op het moment dat hij in de verte de kranen in de haven uit de nevel ziet opdoemen. De stad geldt als ‘trekpaard van het Noorden’, met een enorme potentie en grote ontwikkelingen in de industrie en in de haven in het verschiet. Terwijl ze Delfzijl verkennen, wordt Opstelten steeds enthousiaster.’
Opstelten hapt toe. Zijn benoeming valt samen met een andere VVD’er op een prominent positie in het overwegend ‘rode’ Groningen; Henk Vonhoff wordt commissaris van de Koningin. ,,De komst van twee VVD’ers zo vlak na elkaar, baart opzien in het noordelijke linkse bolwerk. De gemeenteraad van Delfzijl wordt gedomineerd door de Partij van de Arbeid, die 10 van de 21 zetels bezet. De sfeer is er harder dan in Doorn, maar ook veel minder behoudend. De raad heeft een duidelijk gemeenschappelijk doel: Delfzijl moet vooruit!
Dat spreekt de nieuwe burgemeester aan. Opstelten is in zijn sas met zijn nieuwe gemeente. Hij krijgt er te maken met grote financiële problemen, bereidt een herindeling voor met de gemeenten Bierum en Hefshuizen, ijvert voor de werkgelegenheid, maar waakt ook voor de risico’s van de aanwezigheid van de chemische industrie. Met de gevaren ervan heeft hij kennis gemaakt in zijn tijd als ambtenaar in Vlaardingen bij een brand in een fosfaatfabriek.
Beladen is zijn benoeming als waarnemend burgemeester van Beerta in december 1983. Het rode dorp in Oost-Groningen is apetrots op zijn jonge communistische burgemeester Hanneke Jagersma. Ze is het eerste en naar later blijkt laatste CPN-lid dat die functie is toevertrouwd, maar tegen de zin van Vonhoff.
Als zij met zwangerschapsverlof gaat, vertrouwt de commissaris de gemeente niet toe aan de ‘loco’, de gelouterde CPN-bestuurder en wethouder Koert Stek. Hij roep de hulp van Opstelten in als waarnemer, die van de commissaris niet de gelegenheid krijgt voor de eer te bedanken. Het dorp ziet het als een wraakactie van Vonhoff en steigert.
Opstelten vertelt in de biografie: ‘Mijn grootste probleem was dus om dat gemeentehuis binnen te komen. Maar ik wist ook: als ik eenmaal binnen ben, dan red ik het wel. Ik heb toen mevrouw Jagersma gebeld. Ik zei dat ik snapte dat ze tegen was, maar heb haar ook gevraagd: help me nou even. Ik beloofde een gewone blauwe blazer aan te trekken en er niet al te deftig uit te zien. Dat hielp, ik werd keurig opgewacht.’ Als Opstelten de ontstemde raad moet voorzitten, krijgt hij steun van vrouwelijke raadsleden van Delfzijl. Ze hebben voor hem een stropdas gebreid, in de kleuren van de gemeente.
Na drie maanden wordt Opstelten door Beerta met voorzichtige loftuitingen bedankt voor zijn bewezen diensten, waarna Jagersma de ambtsketen weer van hem overneemt. Na Delfzijl wordt Opstelten topambtenaar: directeur-generaal Openbare Orde en Veiligheid. Dat is hij vijf jaar, maar geeft dan weer toe aan zijn passie: het burgemeesterschap. Hij bekleedt voor hij VVD-voorzitter en minister wordt het ambt nog in Utrecht en Rotterdam, gewapend met de vaardigheden en ervaring die hij óók opdeed in Dalen, Delfzijl en Beerta.