'Hoe kun je de warmte van de zon of het geluid van de zee schilderen?' Museum Belvédère in Heerenveen toont hoe beroemde Britse kunstenaars het ruige Cornwall beleefden
Peter Lanyon - 'Soaring Flight' (1960) Foto: Peter Lanyon
In het Britse St. Ives aan de kust van Cornwall ontstaat vanaf 1939 een artistieke groep die het gevoel dat ze in het landschap ervaren omzetten in kunst. Museum Belvédère in Heerenveen laat het zien op Living the landscape.
Op zondagmiddag naar pake en beppe, met de auto van Wytgaard naar Blauhûs via Easterwierrum en Nijlân. Kunsthistoricus Feico Hoekstra herinnert het zich nog goed, dat zijn vader vlak voor het steile bruggetje over de Boazumer Feart extra gas gaf. ‘Net voorbij het hoogste punt (...) kwamen wij – mijn zus, zusje en ik – gillend en giechelend een halve seconde enkele centimeters los van de leren achterbank. (...) Altijd weer die golf in je buik. Prettig raar. Terwijl ik dit schrijf, voel ik het nog. Dat brugje zit voorgoed in mij, opgeslagen in mijn fysieke geheugen.’
Een boek dat dit gevoel bij hem oproept gaat over de Britse kunstenares Barbara Hepworth. Zij herinnert zich soortgelijke gevoelens als ze met haar vader in de auto door het landschap van West Riding in Yorkshire rijdt. De wegen volgen de vormen van de heuvels, ze ervaart de contouren en kloven, de holtes en de toppen met heel haar wezen. ‘I, the sculptor, am the landscape. I am the form and I am the hollow, the thrust and the contour’, noteert Hoekstra een populair citaat.
Barbara Hepworth - 'Orpheus' (1956)
Aan de kust van Cornwall
Hij vertelt dit in het boek Living the Landscape dat verschijnt bij de gelijknamige expositie in Museum Belvédère. Want Hoekstra is degene die directeur Han Steenbruggen in 2019 voorstelt een expositie te wijden aan de groep kunstenaars rond de wereldberoemde Hepworth en Ben Nicholson, die zich tussen 1939 en 1975 verzamelt in en rond St. Ives aan de kust van Cornwall. Net als bij veel Friese kunstenaars valt het landschap niet uit hun werk weg te denken.
Op dat moment is Hoekstra nog nooit in St. Ives geweest. Het werk van de gerenommeerde kunstenaars die er vandaan komen, kent hij vooral van musea elders in Groot-Brittannië, zoals Tate Britain in Londen. ‘Ik zal niet zeggen dat ik de tentoonstelling heb bedacht om een langgekoesterde wens te vervullen en eindelijk eens naar St. Ives af te reizen, maar ontkennen doe ik het evenmin.’
In de twee jaar die volgen gaat hij op zoek naar passende werken voor de expositie. Hij krijgt daarbij hulp van collega-kunsthistoricus Michael Bird, die in St. Ives woont en schrijver is van het boek The St Ives Artists. Door de corona-epidemie kan Hoekstra niet zelf naar Cornwall om het landschap te ervaren, maar hij kan zich een voorstelling maken via het werk van de kunstenaars en wat zij er zelf over hebben gezegd.
Alfred Wallis - 'St Ives and Godrevy'
Barbara Hepworth en Ben Nicholson
Allereerst is er voormalig zeeman en visser Alfred Wallis, die begon met schilderen na de dood van zijn vrouw toen hij al bijna 70 was. Hij gebruikt hiervoor materiaal dat voorhanden is: bootlak, houtverf en stukjes hout en karton. Bij toeval ontdekken de schilders Ben Nicholson en Christopher Wood in 1928 deze autodidact en Nicholson brengt zijn werk onder de aandacht van een groter publiek. ‘Dit is gegroeid uit de zee en de aarde’, zo vindt hij.
Nicholson reist in de jaren 30 vaak met Barbara Hepworth naar Parijs, waar ze kunstenaars ontmoeten als Jean Arp, Pablo Picasso, Constantin Brancussi en Piet Mondriaan. Ze trouwen in 1938. In de zomer van 1939 logeren ze bij schilderes Margaret Mellis en haar partner, kunstcriticus Adrian Stokes. Als het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog hen overvalt, blijven ze in St. Ives. Hepworth zal er nooit meer weggaan.
Op aanraden van het kunstenaarsechtpaar brengt de van oorsprong Russische Naum Gabo de oorlogsjaren ook in Cornwall door. Hij geldt als een van de grondleggers van de zogenoemde constructivistische beeldhouwkunst: beelden opgebouwd uit onderdelen, niet geboetseerd uit klei of gehakt uit steen. Inspiratie vindt hij ‘in de naakte stenen op de heuvels of wegen. Ik zie ze in de ronding van de golven of de open vormen van hun schuimende koppen.’
Wilhelmina Barns-Graham volgt in 1940. Zij waardeert de naïeve schilderkunst van Wallis, maar raakt in 1949 op een reis door Zwitserland geïnspireerd door de geometrische vormen van gletsjers en rotsformaties. Dat leidt tot veel meer geometrische abstractie in haar werk.
Terry Frost - 'Walk Along the Quay' (1950)
Voormalig huisarts
Hepworth krijgt hulp van assistenten als John Wells, Denis Mitchell, Terry Frost en Brian Wall, die ook zelf een artistieke carrière opbouwen. ‘Hoe kun je warmte van de zon, de route van een tor over een steen of het geluid van de zee schilderen?’, vraagt voormalig huisarts Wells zich af en ziet abstractie als het antwoord.
Bryan Winter is met onder anderen Wells, Peter Lanyon en Patrick Heron de oprichter van The Crypt Group, die zich afzet tegen de meer behouden St. Ives Society of Artists. Het landschap is voor hem niet iets om naar te kijken maar om te beleven en in op te gaan. ‘Dat landschap wordt gedomineerd door wind, snelle weersveranderingen en de stemming van de zee. Deze elementaire krachten duiken op in mijn schilderijen, zonder motief te worden.’
Lanyon komt uit Cornwall en vindt het landschap een vanzelfsprekend onderwerp. ‘Het is voor mij onmogelijk een schilderij te maken dat geen verband houdt met die zo krachtige omgeving waarin ik leef.’ Daarbij komt dat hij die omgeving op allerlei manieren doorkruist: fietsend, wandelend en rijdend. En later zelfs vliegend, wat hem in 1964 fataal wordt als zijn zweefvliegtuig te pletter valt.
Hij en nog een reeks kunstenaars maken in de periode van 1939 tot 1975 deel uit van de groep rond St. Ives, dat dan naast Londen geldt als hét centrum van de Britse, moderne kunst. Maar, schrijft Hoekstra, zoals dat gaat ontstaan er afsplitsingen, en afsplitsingen van afsplitsingen. De plotselinge dood van Hepworth door een slaapkamerbrand in 1975, wordt gezien als het einde van een tijdperk.
Ben Nicholson - '11 November 1947 (Mousehole)' (1947)
Het doek op wandelen
Hoekstra moet in 2020 zijn reis naar Cornwall uitstellen en ook de expositie schuift op. Dat heeft als voordeel dat hij het kersverse boek Artists Making Landscapes in Post-War Britain van Margaret Garlake kan lezen. Zonder dat jaar uitstel had hij niet van fenomenologie gehoord. De term duidt aan wat de schilders beschrijven: het gevoel dat ze in het landschap ervaren omzetten in kunst. ‘Ik slaagde erin het doek te schilderen zoals ik langs de kade wandel. In feite wandelde ik het doek op in verf’, zegt Terry Frost.
In maart van dit jaar is het toch zover. Hoekstra staat klaar om naar Cornwall af te reizen. Kunstenaar Christiaan Kuitwaard heeft zich opgeworpen als zijn chauffeur. Hoekstra ziet een parallel tussen 1939 en nu, in de dreiging van oorlog, de trots op het eigen land. ‘In de Tweede Wereldoorlog werd de Britse bevolking overspoeld met beelden van het Britse platteland om duidelijk te maken waar ze voor streden.’
In de vlag van Oekraïne herkennen velen ook een landschap: blauwe lucht boven een geel korenveld. ‘Baken van rust, vertrouwen en soevereiniteit’, zegt hij en besluit: ‘Maar dat zie je alleen als je over voldoende verbeeldingskracht beschikt, als je een gevoel voor kunst hebt ontwikkeld. Mensen moeten meer naar kunst kijken. En naar het landschap.’
Living the landscape – Barbara Hepworth, Ben Nicholson en de kunstenaars van St. Ives 1939-1975
Heerenveen - Museum Belvédère: Oranje Nassaulaan 12, di t/m zo, 10-17 u, 28 mei t/m 25 sept, www.museumbelvedere.nl