Oma (Nora Kretz) biecht in de Stefanuskerk van Beilen een lang verstopt liefdesverhaal op aan haar kleinkind (Rosa da Silva), in een stuk van Betsy Torenbos
Actrices Nora Kretz (links) en Rosa da Silva (midden) met theatermaker Betsy Torenbos in voorbereiding op de voorstelling 'Mijn liefde is een koorts. Foto: Rens Hooyenga
Hoe mooi ligt de middeleeuwse, onlangs gerestaureerde Stefanuskerk in Beilen er bij. En hoe blij is Betsy Torenbos dat ze hier vijf weken heeft mogen kneden aan haar voorstelling Mijn liefde is een koorts.
De titel is de vertaling van Shakespeare’s Sonnet 147: My love is as a fever, longing still die vorig jaar verscheen in een bundel van Bas Belleman. De voortwoekerende liefde hoort in dit geval toe aan Susan, een van niemand afhankelijke oma van 86 jaar, gespeeld door de ook in het echt 86-jarige Nora Kretz. Zij onthult voor haar kleindochter Sonja (Rosa da Silva), na een opduikend bericht, haar tot dan verborgen gehouden liefdesgeschiedenis met Eddy (Dennis Rutz).
,,Nora, Rosa en ik hebben het samen geschreven”, zegt Torenbos. ,,Dat wil zeggen, apart van elkaar, waarna Jo Willems en ik de tekst tot een geheel hebben gemaakt.” Willems is al jaren dramaturg in Torenbos’ theaterinitiatief Roodpaleis. De tekstredactie zal voor Willems een aardige klus zijn geweest. Immers, ieder haar eigen stijl. ,,Zeker!”, beaamt de maakster. ,,Maar Jo is intelligent en zachtmoedig.” Oftewel, hij weet ‘t sympathiek te brengen als het heel anders moet.
Het verhaal, dat de oma en de kleindochter enerzijds verbindt maar door de jarenlange verzwijging ook dreigt te splijten, schuurt langs Nora Kretz’ eigen werkelijkheid. Het voert terug naar de ontmoeting in New York met haar grote liefde Wallis J. Wallen, in 1984. Tot zijn dood in 2008 werkten en woonden ze als kunstenaars samen. Torenbos, geboren in Annen, is van 1969. ,,Toen op een moment mijn leeftijd ter sprake kwam, riep Nora direct enthousiast: ‘Het leven begint pas bij vijftig!’”
Torenbos richtte zich in haar werk al dikwijls op empathische wijze en dikwijls documentair op het leven van ouderen, om dat vervolgens te verbinden met het nu. Daar hoorden interviews bij, die door de voorstelling heenliepen. ,,Corona maakte zulke interviews nu onmogelijk.” Een videobijdrage is wel die van Rutz. Zijn personage Eddy komt vanuit New York op schermen de Stefanuskerk in. Torenbos: ,,Dennis doet dat prachtig.”
De maakster is zelf als danseres te zien, ook zij alleen op scherm. ,,In wit gewaad. Geanonimiseerd. Zonder mijn hoofd. Heel Japans.”
Ze straalt, de kerk voelt als een paradijs. Dat komt, haast wrang, door corona. ,,In gewone tijden zij hier culturele activiteiten. Die waren er nu niet. Daardoor konden we hem vijf weken gebruiken. Zoiets is doorgaans onmogelijk. In deze periode is er één keer een kerk- en een keer een rouwdienst geweest.”
Het is niet slechts de locatie die haar blij maakt. ,,Nora en Rosa zijn zulke fijne mensen om mee te werken.” Veelkunners. Da Silva speelde hoofdrollen in ANNE en de musical De Tweeling en won de laatste editie van het Amsterdams Kleinkunst Festival met haar eigen programma Daar moet je heen, waaraan verzwegen haar opgroeidorp Klazienaveen voorafgaat. Kretz is naast actrice maker van theatermaskers. En ze bespeelt in deze voorstelling de vleugel.
Daarin werd ze thuis in het Rosa Spierhuis, de woongemeenschap van kunstenaars in Laren, onderwezen door Bob Zimmerman. Hij componeerde de muziek bij het Shakespeare-sonnet uit de titel en bij een Drents sonnet. Da Silva zingt ze beide. ,,Wat een stem!”, zegt Torenbos. ,,Die heeft geen versterking nodig. Rosa wilde altijd al dolgraag met Bob samenwerken. Hij is ook fantastisch.” Ze kwam met hem in contact via Louis Andriessen, de vader van haar zoon Lodewijk. Andriessen is ziek. Zijn muziek zwijgt.
Zimmerman is een bekend theater- en filmmuziek- en musicalcomponist, die lang werkte met Seth Gaaikema. ,,Nora is geen pianiste, maar heeft vroeger wel les gehad. Ze kan uit de voeten met wat Bob haar heeft bijgebracht.” In de kerk staan twee vleugels, voor elk lied eentje. Een nieuwe, en een oude, nogal ontstemde. ,,Een vriendin wilde hem naar de sloop brengen. Liever niet! Die past hier goed.” Torenbos wilde hem aanvankelijk nog meer ontstemmen, met spijkers tussen de snaren. ,,Maar dat klonk nergens naar.”
En die kist? ,,Staat in de productie. Het is mijn eigen doodskist”, zegt Torenbos. ,,Heeft mijn vader ooit voor me gemaakt. Die ga ik later ook echt gebruiken.” Lachend: ,,Ik ben er helemaal klaar voor.” Goed dat ze ‘danseres-licht’ is dan, want voor de loodzware kist zelf is een bataljon dragers nodig.
Torenbos maakte Mijn liefde is een koorts als afsluiting van de culturele gemeente Drenthe, die Midden-Drenthe het afgelopen jaar was. Zoals altijd in haar werk zijn er ook nu veel deelnemers uit de regio. Onder meer het dertienkoppige fluisterkoor komt uit Beilen. Omdat de capaciteit door de coronamaatregelen beperkt is, zijn de kaarten voor de komende periode al op.