Noordelijke cultuursector kijkt reikhalzend uit naar 'herstelgeld' van staatssecretaris Gunay Uslu. 'Ik hoop wel dat het dit keer ook écht bij de makers belandt'
Het Oerolfestival in pre-coronatijd. FOTO MARLEEN ANNEMA
Zzp’ers en jonge makers uit de cultuursector kijken reikhalzend uit naar het geld voor het herstel van de cultuursector die zwaar onder de coronapandemie te lijden had.
In het regeerakkoord werd afgesproken dat er jaarlijks 170 miljoen euro naar de zwaar getroffen cultuursector zou gaan. Het eerste jaar blijkt dat minder te zijn: 135 miljoen euro. Volgens staatssecretaris Gunay Uslu moet in de jaren daarna weer 170 miljoen euro op tafel komen. Zij heeft nu bepaald dat het geld vooral terecht moet komen bij (jonge) makers en zzp’ers.
Makers
,,Waar ik op hoop, is dat het geld ditmaal ook écht bij de makers belandt en niet blijft hangen bij de gesubsidieerde gezelschappen en theaters’’, reageert acteur, theater- en filmmaker Fabian Jansen, ,,want een aantal instellingen heeft bij eerdere steunregelingen garen gesponnen’’. Het is een veelgehoorde klacht onder cultuurmakers: dat de coronagelden niet doorsijpelden naar decorbouwers, tekstschrijvers en licht- en geluidstechnici, maar in grote organisaties en instellingen aan de strijkstok bleven hangen, die er vervolgens hun voordeel mee deden.
Heel veel publiek bij de eerste uitzending van Opium met Cornald Maas en Eva Jinek. FOTO NEEKE SMIT
Volgens Jansen moeten beleidsmakers en ambtenaren zich bovendien realiseren dat een kunstenaar doorgaans niet in zijn of haar eentje werkt. Neem bijvoorbeeld Jansen zelf; hij schrijft nu de voorstelling Gemma, een monoloog, die hij zelf gaat spelen op het nieuwe Friese theaterfestival Overmorgen. Subsidiegevers gaan ervan uit dat hij in zijn eentje werkt, maar dat is allerminst het geval. ,,Even tellen… ik heb dertien mensen op mijn loonlijst staan.’’
Ook is het zaak het cultuurgeld goed te labelen, zodat gemeenten er geen andere dingen van kunnen doen, waarschuwt Jansen. ,,Van eerder verstrekt cultuurgeld zijn er hier en daar fietspaden aangelegd of begrotingstekorten weggewerkt.’’
Vrije producenten
De staatssecretaris wil dat een groot deel van het geld, 20 miljoen, bij vrije producenten terecht komt. Zo iemand is David Lelieveld van Pier21. Hij is blij met de steun, bruist van de plannen, maar loopt ook tegen nieuwe problemen aan die rechtstreeks voortvloeien uit de coronatijd. ,,Veel mensen zijn weg, voornamelijk in de productie, de techniek en de marketing. Die zijn andere dingen gaan doen en wij moeten die mensen weer terug zien te krijgen.’’ Lelieveld heeft zijn organisatie weer nagenoeg ‘in het gareel’, maar dat heeft moeite gekost, het werkveld is uitgedund.
Met goedkope leningen voor makers, een forse investering in werkplekken en in culturele plekken voor specifiek jonge makers, evenals een verruimd budget voor de filmwereld, hoopt Uslu de mensen achter de schermen, zoals productieleiders, geluidsmensen en podiumbouwers, ertoe te bewegen terug te keren.
Dat hoopt Siart Smit, directeur van het Oerolfestival, van ganser harte, al wijst hij er tegelijk op dat er alweer heel nieuwe problemen spelen. ,,Dit gaat om reeds toegezegd geld, min of meer een herstel van de bezuinigingen die onder Halbe Zijlstra werden doorgevoerd, maar het is géén reactie op de grote kostenstijgingen van tussen de 15 en 20 procent waarvoor de evenementensector zich nu gesteld ziet, of op het feit dat het publiek weg blijft uit de theaters.’’ Dat probleem speelt op Oerol - waar de kaartverkoop inmiddels goed op gang is gekomen - overigens niet, aldus de directeur.
Toch geeft Uslu al met al een goed en mooi signaal af, zegt Smit, want jonge mensen in de cultuursector moeten snel weer aan de slag kunnen. ,,Ik hoop maar dat het geld niet over al teveel verschillende potjes is verdeeld, want dan vraag ik me weer af wie de tijd heeft om al die potjes te vinden en aan te schrijven…’’