De dader rent met het Van Gogh-schilderij onder zijn arm het museum uit. Foto: Still uit video 'Opsporing Verzocht'
De officier van justitie heeft vrijdag acht jaar celstraf geëist tegen de 59-jarige Nils M. uit Baarn wegens de roof van waardevolle schilderijen uit musea in Laren en Leerdam. Een van deze doeken, van de hand van Vincent van Gogh, is het eigendom van het Groninger Museum.
Voor de rechtbank in Lelystad sprak de aanklaagster van „het ergste type bedrijfsinbraak dat er is”. Bovendien treft de diefstal „de gehele kunstwereld en het publiek”. De eis was de hoogst mogelijke voor dergelijke misdrijven.
Bruikleen Groninger Museum
Justitie beschouwt M. - ook vervolgd voor vuurwapen- en harddrugsbezit - als de man die eind maart 2020 inbrak in het Singer Museum in Laren en daar het schilderij Lentetuin, de pastorietuin te Nuenen in het voorjaar van Vincent van Gogh wegnam. Dit doek was in bruikleen van het Groninger Museum.
Lentetuin, de pastorietuin te Nuenen in het voorjaar (1884), Vincent van Gogh.
Eind augustus vorig jaar zou hij ook het doek Twee lachende jongens van Frans Hals hebben gestolen uit museum Hofje van Mevrouw van Aerden in Leerdam. De werken, volgens het OM beide cultureel erfgoed en „van onschatbare waarde”, zijn nog spoorloos.
Verdachte ontkent betrokkenheid
M. - met een ellenlang strafblad en naar eigen zeggen autohandelaar - ontkende eerder op de dag betrokken te zijn bij de schilderijenroven. „Ik heb er niets mee te maken”, zei hij. „Ik weet niet wie het wel heeft gedaan en ik weet al helemaal niet waar ze nu zijn.”
De werken vertegenwoordigen een miljoenenwaarde. Het schilderij van Van Gogh was verzekerd voor 2,5 miljoen euro, dat van Hals voor ruim 8,7 miljoen euro.
DNA op lijst Van Gogh
Bij de musea is na de kunstroof DNA-materiaal gevonden van M. Bij het werk van Van Gogh zat het op de lijst, die buiten het museum in stukken werd gevonden. Bij de tweede inbraak werd het gevonden op een spanband, die vanaf een vlaggenmast buiten het museum over een muur was gegooid. „Alle sporen leiden naar deze verdachte”, aldus de officier van justitie.
De advocaat van M. vroeg vrijspraak. Volgens haar is niet eenduidig vast te stellen dat het DNA-materiaal van haar cliënt afkomstig is. Ook benadrukte ze dat geen verdere sporen naar haar cliënt wijzen. M. zelf noemde de strafeis „belachelijk”.