Demissionair minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf in gesprek met eerstejaars pabostudenten tijdens de opening van het academisch jaar van de Universiteit Twente.
Buitenlandse studenten zijn weer met meer en komen van steeds verdere oorden. Minister Dijkgraaf wil ingrijpen om de internationalisering van het hoger onderwijs te stoppen, al zien sommige scholen daar het nut niet van in.
Bij de opening van het academisch jaar aan de Universiteit Twente zei demissionair minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs (D66) dat de stroom van veel buitenlandse studenten naar ons land weliswaar positieve effecten heeft, maar dat ook ’de schaduwkanten van dit succes’ zichtbaar zijn: „Overvolle collegezalen, tekorten aan docenten en een gebrek aan studentenkamers. We hebben daarom naast een gaspedaal ook een rem en vooral een stuur nodig om internationalisering in balans te brengen.”
Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderstrepen zijn boodschap. In het schooljaar 2022/2023 meldden zich bijna 123.000 internationale studenten in het hoger onderwijs. Een jaar eerder waren dat er nog 115.000. Ze komen ook van steeds verder, aldus de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), dat tot en met juli bijna 18.000 aanvragen kreeg van niet-Europeanen voor een studievisum.
Volgens het CBS komt inmiddels 40,8 procent van de eerstejaarsstudenten op de universiteit uit het buitenland. De meeste internationale studenten kiezen voor een universitaire studie en dan meestal een bachelor. Nederland is onder meer populair omdat er zoveel Engelstalige studies worden aangeboden: bijna alle universitaire masters en 122 bachelors zijn in het Engels. Voor onderwijsinstellingen kan dat lucratief zijn: niet-EU-studenten betalen een veel hoger collegegeld dan anderen.
Een aantal universiteiten zucht onder de toestroom van internationale studenten en kondigde maatregelen aan. „De werkdruk voor medewerkers is te hoog, de aantallen zijn te groot”, zei bestuursvoorzitter Geert ten Dam van de Universiteit van Amsterdam aan het begin van vorig schooljaar. Ook lopen Nederlandse studenten soms een plek mis bij hun opleiding van voorkeur, omdat die worden vergeven aan buitenlanders.
Veel studentensteden deden herhaalde oproepen richting internationale studenten om niet naar Nederland te komen als ze nog geen kamer hebben gevonden. En na kritiek vanuit Den Haag besloot minister Dijkgraaf tot een wervingsstop: onderwijsinstellingen mogen (tijdelijk) geen reclame maken op internationale open dagen en conferenties.
Dijkgraaf wil meer maatregelen nemen. In Den Haag wordt een wet besproken waardoor opleidingen vanaf 2025 moeten aantonen dat het zinvol is om Engels als voertaal te gebruiken. Ook wil de minister scholen de mogelijkheid geven een maximumaantal studenten in te stellen bij Engelstalige varianten van een opleiding. Ten slotte wil Dijkgraaf dat buitenlandse studenten meer Nederlands gaan leren, om de kans te vergroten dat ze na hun opleiding in ons land blijven.
Niet alle universiteiten en hogescholen zitten te wachten op strengere regels. De Universiteit van Maastricht, waar 57 procent van de studenten uit het buitenland komt, is tegen stappen om de verengelsing van het onderwijs tegen te gaan. „Wij zijn en blijven pleitbezorger voor internationalisering in onderwijs en onderzoek, omdat we de meerwaarde ervan inzien. De Universiteit Maastricht bevindt zich in Nederland, maar werkt wereldwijd.”